Fien de la Mar (1898-1965) was een uitzonderlijke actrice. Ze trad op in revues en cabarets, maar speelde ook grote dramatische rollen. Ze kon zich zonder reserves in een rol blootgeven en een personage daarmee ongekend reliëf geven. Ze had lak aan het onderscheid tussen hoge en lage kunst, en kon in allebei excelleren.
Ook in andere opzichten was ze ongrijpbaar en liet ze zich niet in een hokje stoppen. Ze leek niet geïnteresseerd in politiek en de wereld om haar heen, maar weigerde in de oorlog zich voor de Kultuurkammer aan te melden. Ze had intense amoureuze affaires, maar Piet Grossouw bleef de belangrijkste man in haar leven. In 1947 kwam haar grote droom, een eigen theater, uit: het De La Mar Theater. Ze was daar in de ene na de andere productie te zien.
Maar na drie jaar ging het theater al weer failliet. Ze kon daarna geen plek meer in de toneelwereld vinden. Haar man, Piet Grossouw, die een rustpunt was in haar turbulente leven, stierf in 1957. In 1965 pleegde ze zelfmoord.
Fien de la Mar was iemand die zo veel talenten had, maar niet goed wist hoe die te hanteren. Het had eigenlijk over drie levens verdeeld moeten worden om tot volle ontwikkeling te komen. Het was een mateloosheid die haar tenslotte fataal werd.
Tussen 1934 en 1940 speelde ze in negen films. De film roept middels filmfragmenten en foto’s een beeld op van de magie van haar spel, de euforie en de wanhoop in haar leven. In de soundtrack wordt een spel gespeeld met het geluid van haar filmscènes en quotes uit interviews over haar.