
In Moeder Suriname – Mama Sranan vertelt filmmaker Tessa Leuwsha het verhaal van Surinaamse vrouwen zoals haar grootmoeder, Fansi, een wasvrouw. Ze doet dat met deels ingekleurd archiefmateriaal en de stem en zang van Denise Jannah. Het verhaal beslaat de periode van de afschaffing van de slavernij in 1863 tot de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975.
Fansi’s verhaal begint in een dorp waar ze als huishoudhulpje opgroeide, waar ze is afgestaan door haar witte moeder en zwarte vader. Wanneer Fansi zelf op jonge leeftijd moeder wordt en wordt verlaten door haar man, verhuist ze naar Paramaribo om haar kinderen een betere toekomst te bieden.
Als alleenstaande moeder vecht zij er hard voor om haar kinderen betere kansen te bieden. Wanneer haar kinderen naar Nederland vertrekken blijft ze alleen achter, nog niet klaar om Suriname te verlaten. Pas in haar laatste levensjaren maakt ze de oversteek naar Nederland en ervaart ze de ontworteling van haar moederland.
In Holland is het paradijs als een schaduw, net voor of achter je. Nooit bij je.
Viering van Surinaamse cultuur
De film is een viering van de Surinaamse cultuur en daarin spelen muziek en zang een belangrijke rol.Ook het gebruik van ingekleurd en vaak niet eerder getoond archiefmateriaal maakt de film bijzonder. Beelden van Paramaribo in 1905, van Anton de Kom, de opkomst van bauxietwinning en de eerste onafhankelijke verkiezing.
Fansi’s persoonlijke verhaal is onlosmakelijk verbonden met de nationale geschiedenis van Suriname. Fansi ís Suriname, zodat de film hun diepgaande band op unieke en meeslepende wijze tot leven samenbrengt.
Moeder Suriname – Mama Sranan is vanaf 8 februari (13e week) te zien in de volgende filmtheaters:
- Pand P Eindhoven (op 27 januari om 13.00 uur)
- Filmhuis Artishock Soest (op 14 en 18 februari)