Ne Me Quitte Pas is een tragikomische ode aan de mislukking. In een klein dorp aan het einde van België delen de Vlaamse Bob en de Waalse Marcel met verve eenzaamheid, humor en drankzucht. Zelfmoord is volgens hen de beste oplossing als het echt niet meer gaat. Dan maken ze er samen een eind aan en ze weten ook al waar: onder de levensboom van Bob.
Bob is een vrijbuiter op rust, die zijn laatste dagen in stilte wil doorbrengen terwijl Marcel een gezin heeft dat hij niet wil verliezen. In het Waalse dorp tikt de tijd langzaam door. Gelukkig moet er hout gehakt worden, moeten er vliegenvangers worden opgehangen en moeten ze naar de tandarts. De drank vult de rest van de tijd.
In direct cinema stijl zien we een Waals carnaval, een autoaccident en zijn we getuige van een mislukte poging om de zoon van Bob te vinden. Zelfs de beruchte levensboom van Bob blijkt te zijn gekapt. Maar zelfmedelijden is aan deze twee Belgen niet besteed. Samen staan ze sterk, tot Marcel besluit om te stoppen met drinken en Bob weigert hem te vergezellen naar de afkickkliniek.
Ne me quitte pas is een Waals drama over het leven aan de rand van de samenleving die een ontnuchterende schoonheid en relativering bevat. De openheid van de hoofdpersonen is confronterend en pijnlijk maar ook vermakelijk en charmant. Het is een verhaal over vergankelijkheid daar waar de tijd lijkt stil te staan.