Ton, een architect uit Bangkok, verblijft voor een bouwopdracht een tijd in Takua Pa, een vergeten kustplaatsje in Zuid-Thailand. Een gedoemd plaatsje dat de tsunami van jaren geleden nog niet te boven is. Als de architect iets moois krijgt met Na, de eigenares van zijn hotel, wordt hen dat geluk niet gegund.
De zee ligt er bedrieglijk kalm bij in Takua Pa, een kustplaatsje in het zuiden van Thailand. De tsunami trof Takua Pa alweer enkele jaren geleden, maar het is sindsdien steeds ‘buiten seizoen’ gebleven. Het indringend gefotografeerde, desolate plaatsje (camera: Umpornpol Yugala) is duidelijk een van de hoofdpersonen van de film.
De tweede hoofdpersoon arriveert in de vorm van een jonge architect uit Bangkok. Ton (Supphasit Kansen) was de enige van zijn bureau die bereid was om zich maanden in het gehucht op te sluiten voor het toezicht op een wederopbouwproject. Hij neemt zijn intrek in een eenvoudig, nagenoeg verlaten hotel.
Geweld en drama
Heel langzaam, heel aarzelend, valt hij voor de gesloten, gevoelige en intelligente eigenaresse van het hotel. Zij is Na (Anchalee Saisoontorn) en de derde hoofdpersoon. Meer had de film er niet nodig. In de fijnzinnig behandelde verdrietige omgeving ontstaat iets moois en breekbaars.
Langzaam ook sluipt er geweld en drama in de film. Zo is Na’s broer Wit (Dul Yaambunying) te beschadigd om te kunnen accepteren dat zijn zus mogelijk weer geluk kan proeven. Er wordt iets wakker in het getraumatiseerde stadje, maar erg ‘wonderful’ zijn die krachten niet.
Dat die krachten zouden ontwaken, viel in de effectieve muziek van Zai Kuning/Koichi Shimizu te beluisteren. Lieflijkheid is niet hun idioom. De film vertelt zijn ontroerende verhaal met een ingehouden zelfverzekerdheid. Spaarzaam met dialoog en royaal met krachtige beelden.