In Ze noemen me baboe verbeeldt regisseur Sandra Beerends het boeiende levensverhaal van de Javaanse Alima. Op de vlucht voor een gedwongen huwelijk vindt Alima in de jaren veertig werk als baboe (kindermeisje) voor een Nederlandse familie.
Beerends vertelt Alima’s verhaal met archiefbeelden, geluid, muziek en een vertelstem. Alima praat met haar vroeg overleden moeder, die ze altijd bij haar voelt. Zo horen we van haar verwachtingen, angsten en verlangens.
Ingewikkelde relaties
Het verhaal van Alima staat symbool voor de verhalen van de baboes als beroepsgroep. Het toont de ingewikkelde koloniale relatie waarin zij zich als ‘bijna familie’ bevonden. Ze waren de spil van het Nederlandse familieleven in voormalig Nederlands-Indië, maar behoorden nooit echt tot die familie. In de roerige tijd rond de Tweede Wereldoorlog zorgde dat voor heftige dilemma’s en loyaliteitsconflicten.
Ze reist met hen mee naar Nederland, waar ze wordt beïnvloed door Indonesische studenten die dromen over een onafhankelijk Indonesië.
Bij terugkomst komt haar Nederlandse familie tijdens de Japanse bezetting in een kamp terecht. Daardoor verliest Alima haar familie, werk en huis. Ze wordt verliefd op onafhankelijkheidsstrijder Riboet en raakt zwanger.
Als Riboet na de capitulatie omkomt bij een politionele actie, wil haar familie dat ze ‘eerzaam’ trouwt met haar zwager, maar Alima kiest ervoor om als alleenstaande moeder met haar dochter haar eigen weg te gaan in het onafhankelijke Indonesië.
Dinsdag 6 oktober in Filmhuis Purmerend.
Ze noemen me baboe (They call me babu) behoorde tot de selectie van de IDFA Competition for Dutch Documentary 2019 én voor de IDFA Competition for Creative Use of Archive 2019.
De film kreeg de VIKTOR DOK.horizonte prijs op het prestigieuze DOK.fest München 2020. De muziek van Alex Simu kreeg de Buma Award voor Beste Originele Compositie in documentaire.